(Novum/AP) - Ruim zestig procent van de slachtoffers van mensenhandelaars in de Europese Unie is zelf Europeaan. Het merendeel van deze 'hedendaagse slaven', die dwangarbeid verrichten of hun lichaam moeten verkopen, komt uit Roemenië of Bulgarije. Het aantal niet-Europeanen stijgt wel.
Deskundigen van de EU en van Europese politiekorpsen maakten de cijfers bekend op de conferentie Voorrang voor Slachtoffers die dinsdag in Warschau begon. In de afgelopen drie jaar telden zij ruim zevenduizend Europese vrouwen en meisjes en meer dan tweeduizend mannen en jongens die als slaaf of seksslaaf werden uitgebuit.
Meer dan 1300 slachtoffers, onder wie 94 mannen en jongens, waren afkomstig uit Afrika. Het gros van hen kwam uit Nigeria.
Mensenhandelaars richten zich volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) hoe langer hoe meer op dwangarbeid. "Een paar jaar geleden hadden we het vooral over seksuele uitbuiting, maar nu zien we meer en meer mensenhandel voor slavenarbeid", zei Bernd Hemingway van IOM.
De experts bepleitten in Warschau strengere wetgeving om mensenhandelaars te kunnen vervolgen. Ook moeten slachtoffers eerder worden herkend en hun recht op bescherming en genoegdoening beter worden gewaarborgd, menen de deskundigen. De EU-lidstaten moeten meer geld uittrekken voor hulporganisaties. Ook moeten opsporingsdiensten en gewone burgers attent worden gemaakt op het groeiende probleem van de mensenhandel.