AMSTERDAM (Novum) - Een windmolenpark op de Noordzee heeft nauwelijks negatieve effecten op de dierenwereld. Het leidt juist tot een toename van de biodiversiteit.
Dat concludeert een onderzoeksteam dat de effecten van het offshore windmolenpark bij Egmond aan Zee op bodemdieren, vissen, vogels en zeezoogdieren onderzocht, meldt kennisinsituut Imares maandag.
Volgens de onderzoekers vormt een windmolenpark een nieuw natuurlijk leefgebied voor bodemdieren als mosselen en krabben en leidt zo'n park dus tot een hogere biodiversiteit. Voor vissen en zeezoogdieren is een windmolenpark een 'oase van rust in een relatief druk kustgebied'.
Wel lijken diverse vogelsoorten zoals de jan-van-gent het park te mijden. Andere soorten, zoals meeuwen, lijken zich niets van de molens aantrekken. Aalscholvers worden zelfs vaker gesignaleerd.
Het onderzoeksteam bestaat uit onderzoekers van Imares van het Wageningen Universiteit en Researchcentrum, adviesbureau Waardenburg en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en is uitgevoerd in opdracht van Noordzeewind, waarin Nuon en Shell verenigd zijn.
De Vogelbescherming vindt dat het onderzoek niet vertaald kan worden naar andere locaties, laat de organisatie in een reactie weten. "Er moet per plan gekeken worden naar de gevolgen van een windmolenpark op die plek", zegt een woordvoerder. "Op de ene locatie leven andere soorten dan op de andere."
De organisatie is in principe voorstander van windenergie, maar er zou veel meer onderzoek gedaan moeten worden. "Er is nog weinig over de gevolgen van windmolenparken voor vogels bekend. Per plan zou kritisch moeten worden gekeken naar bijvoorbeeld de uitwijkmogelijkheden voor vogels."