UTRECHT - De Utrechtse gemeenteraad wil de huidige bedrijventerreinen beter laten aansluiten op de behoefte van bedrijven en werknemers, met een aantrekkelijke openbare ruimte, bereikbaar met openbaar vervoer en met horeca en andere voorzieningen in de buurt.
Om dat te realiseren zet het Utrechtse college in op kwaliteitsverbetering van bestaande bedrijventerreinen en het mengen van functies. Verder neemt de vraag naar bedrijventerreinen af.
Daarom wil het college pas nieuwe bedrijventerreinen ontwikkelen, als regionaal niet langer een overschot bestaat. Dit staat in de Bedrijventerreinen Strategie Utrecht 2012-2020 die het college 31 januari 2012 in concept heeft vastgesteld.
Door allerlei maatschappelijke en economische ontwikkelingen verandert structureel de markt voor bedrijventerreinen, niet alleen landelijk maar ook in Utrecht. De waardering van een aantal Utrechtse bedrijventerreinen staat onder druk en de uitgifte van nieuwe bedrijventerrein kavels is de laatste jaren aanzienlijk gedaald.
Utrecht telt momenteel veertien bedrijventerreinen. In de toekomst daalt de vraag naar bedrijventerreinen. Dat komt niet alleen door het economisch tij, maar ook doordat veel bedrijven steeds minder ruimte nodig hebben. Daarom worden de plannen voor de nieuwe bedrijventerreinen Strijkviertel en Rijnenburg voorlopig in de ijskast gezet.
Inspelen op behoefte
De verwachting is dat de diensten- en kenniseconomie in Utrecht groeit en sectoren als productie, bouw en handel krimpen. Het aantal starters en zzp-ers in Utrecht breidt zich uit.
Ook de huisvestingsvraag van ondernemers verandert: gebruikers van bedrijfsvastgoed stellen hogere eisen aan de kwaliteit van de bedrijfshuisvesting en omgeving. Er is meer behoefte aan een mix van bedrijvigheid, horeca, dienstverlening en andere functies.
Het college en de gemeenteraad bespreken de gehele ruimtelijke strategie van de stad, nu niet alleen minder bedrijventerreinen, maar ook minder kantoren en winkels nodig blijken te zijn dan gedacht.
© Nationale Bouwgids