In de provincie Noord-Holland zijn realistische mogelijkheden om aan de woningvraag tot 2025 te voldoen. In principe zijn er voldoende bouwlocaties. Om de woningen daadwerkelijk te kunnen bouwen, moet bij een deel van de plannen eerst nog een aantal knelpunten worden opgelost.
Dat blijkt uit een analyse van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) op basis van 38 bouwplannen in de provincie Noord-Holland. De provincie Noord-Holland en Bouwend Nederland hebben dit onderzoek laten uitvoeren in het kader van hun Samenwerkingsagenda.
Om de haalbaarheid van de plannen te toetsen zijn de financieel-economische en beleidsmatige risico’s van de plannen onderzocht. Het EIB concludeert dat 45 procent van de onderzochte plannen zonder veel vertraging of kans op uitval kan worden gerealiseerd. Aan 19 procent van de onderzochte plannen kleeft een financieel-economische belemmering. 12 procent van de onderzochte plannen heeft te maken met beleidsmatige knelpunten, waardoor er risico is op vertraging of uitval van die plannen.
Bouwend Nederland en de provincie Noord-Holland willen kijken welke problemen kunnen worden opgelost om de totale bouwopgave van 102.000 woningen tot 2025 in Noord-Holland te halen. Gedeputeerde Wonen van de provincie Joke Geldhof: “Het is goed een gedeeld beeld te hebben van de knelpunten. Het aantal woningen dat wordt opgeleverd moet op stoom blijven om aan de vraag te kunnen voldoen. Met dit onderzoek in de hand kunnen we de gevonden knelpunten heel gericht aanpakken en ervoor zorgen dat er wél gebouwd kan worden. Wij gaan ons daarbij in eerste instantie richten op snel te realiseren grote projecten waar vertraging dreigt.“
Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland is blij met de samenwerking met de provincie Noord Holland. “Dit onderzoek laat wederom zien dat de woningbouw moet worden versneld. Er worden nu te weinig en bovendien te dure woningen gebouwd. Het kan niet zo zijn dat de gewone man/vrouw geen eigen woning meer kan kopen.”
Inzicht in risico’s en knelpunten
Marktpartijen hebben een aantal projecten voor dit EIB-onderzoek aangedragen. De financieel-economische belemmeringen bij projecten zijn over het algemeen niet te herleiden tot één oorzaak, concludeert het EIB. Bij een verder aantrekkende markt zullen financieel economische knelpunten naar verwachting afnemen, maar de situatie zal blijven verschillen van regio tot regio en van project tot project. De grootste risico’s voor de onderzochte woningbouwprojecten worden veroorzaakt door milieueisen en ontbrekende infrastructuur. Ook zorgen stedenbouwkundige eisen of capaciteitsproblemen bij ontwikkelaars, toeleveranciers en gemeenten voor vertraging.
Maatregelen
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek hebben de provincie en Bouwend Nederland afgesproken de belemmeringen bij projecten op te lossen. Beide partijen gaan projecten nauwer volgen, zodat sneller kan worden geholpen bij vertraging. Ook komt er meer aandacht voor de kwalitatieve vraag, waarbij wordt gekeken of de woningen die gebouwd kunnen worden voldoen aan de wensen van toekomstige bewoners. Ook in de toekomst zal er een grote behoefte zijn aan wonen in steden, maar daarnaast zullen er ook mensen zijn die in een groene omgeving willen wonen. Bouwend Nederland en de provincie zetten daarom in op regionale woningbouwprogrammeringen die aansluiten bij de behoefte.
De provincie gaat regio’s nadrukkelijker wijzen op het belang van een actieve inbreng van de markt bij de programmering. De markt zorgt voor een passende vertegenwoordiging hierbij.
De provincie wil in een zo vroeg mogelijk stadium met gemeenten over woningbouwplannen in gesprek gaan. Daarmee worden problemen in een later stadium voorkomen. Provincie en Bouwend Nederland gaan als vervolg op dit onderzoek in eerste instantie samen met woonpartners aan de slag om knelpunten bij zogenoemde harde bouwplannen spoedig op te lossen.