Normal_1639004412

Het moet mogelijk zijn om voor komende zomer de achterstand weg te werken in de huisvesting van asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) zei dat in de Tweede Kamer, waar ze aangaf dat gemeenten en provincies grote vorderingen hebben gemaakt om woningen beschikbaar te stellen.

In de eerste helft van 2022 zullen naar verwachting 10.000 statushouders voor een woning in aanmerking komen. Daarbovenop komt nog de achterstand die is ontstaan in de huisvesting voor 4000 statushouders. Die zal zoals het er nu naar uitziet in het eerste halfjaar worden ingelopen, aldus de demissionair minister.

Op dit moment zitten in de asielzoekerscentra ongeveer 12.000 statushouders die moeten doorstromen naar een woning ergens in het land. Het is volgens bestuurlijke afspraken de bedoeling dat dit binnen veertien weken gebeurt, maar 7000 van hen wachten al langer op een huis.

Slechte doorstroming

Door de slechte doorstroming en tegelijk een grote toeloop van nieuwe asielzoekers, mede na de machtswisseling in Afghanistan deze zomer, zijn er te weinig plekken in de reguliere opvang. Het aanmeldcentrum Ter Apel en andere azc's puilen uit. Daarom is op verschillende locaties noodopvang geregeld, onder meer in kazernes. De omstandigheden daar zijn niet goed en zorgen voor onveiligheid, zo waarschuwen belangenorganisaties al maanden.

Volgens Ollongren is dit jaar voor in totaal 20.000 statushouders een woning geregeld. Ze benadrukte dat huisvesting belangrijk is voor vluchtelingen om te integreren, de taal te leren, naar school te gaan en te werken. Vluchtelingen mogen een aangeboden woning niet weigeren. Ze sprak beweringen van de PVV en FVD tegen dat asielzoekers zorgen voor de woningnood waardoor veel Nederlanders geen woning meer kunnen krijgen. Volgens Ollongren is 5 tot 10 procent van de woningen die elk jaar vrijkomen, voor vergunninghouders.

Door: ANP