De meeste huishoudens kunnen in 2023 iets meer lenen voor de aanschaf van een woning, als rekening wordt gehouden met de verwachte loonstijgingen. Voor tweeverdieners telt het tweede inkomen vanaf 2023 volledig mee bij bepaling van de maximale hypotheek. Daarnaast is het kabinet van plan de normen in 2024 aan te passen voor het meewegen van studieschulden en de energiezuinigheid van de woning. Dit meldt Rijksoverheid.
Indien rekening wordt gehouden met de door het CPB verwachte loonstijging van 3,7 procent en een gelijkblijvende rente, kunnen de meeste huishoudens volgend jaar iets meer lenen. Zonder loonstijging daalt de maximale leenruimte voor alle huishoudens. Wijzigingen in de hoogte van de rente hebben ook invloed op de hoogte van de hypotheek. Het afgelopen jaar is de hypotheekrente fors gestegen wat een negatieve invloed heeft gehad op de maximale hoogte van de hypotheeklening. Zoals gebruikelijk heeft het kabinet de leennormen voor 2023 vastgesteld op basis van het onafhankelijk advies van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
Volledig meetellen tweede inkomen
Hypotheekverstrekkers kunnen vanaf 2023 bij tweeverdieners het tweede inkomen volledig meenemen bij de bepaling van de maximale hypotheek. Het Nibud heeft dit geadviseerd. Dit jaar weegt het tweede inkomen nog voor 90 procent mee. Het zwaarder meewegen van het tweede inkomen van tweeverdieners voorkomt dat de leencapaciteit van tweeverdieners terugloopt als gevolg van de afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. De impact van deze wijziging op de leenruimte is beperkt. Tweeverdieners kunnen gemiddeld over alle inkomens zo’n 3.200 euro meer lenen dan wanneer het tweede inkomen voor 90 procent wordt meegeteld.
Nieuwe methode meewegen studieschulden
Het kabinet heeft het voornemen om in 2024 over te stappen naar een nieuwe methode om de invloed van studieschulden op de leenruimte van oud-studenten te bepalen. In het coalitieakkoord is vastgelegd dat voor starters de actuele stand van de studieschuld bepalend wordt bij het aanvragen van een hypotheek. Dit moet oud-studenten die extra hebben afgelost meer ruimte bieden om te lenen.
Het Nibud constateert namelijk dat de huidige methodiek een accuraat beeld geeft van de maandelijkse lasten die horen bij een studielening wanneer een oud-student niet extra heeft afgelost – dus naast de reguliere aflossingen – op de studieschuld. Maar in situaties waarin wél extra is afgelost op de studieschuld kan de huidige methodiek leiden tot onnodige beperking van de leenruimte. Daarom adviseert het Nibud om de mogelijkheid uit te werken om per 1 januari 2024 over te stappen op een methode gebaseerd op de actuele maandlasten van de studielening.
Door: Nationale Bouwgids