GRONINGEN (Novum) - Woningcorporaties houden onder het twee weken geleden gesloten woonakkoord meer geld over om te investeren dan onder het regeerakkoord. Dat blijkt donderdag uit een doorrekening van de nieuwe afspraken over de woningmarkt door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV).
In het woonakkoord werd afgesproken dat de heffing die de corporaties moeten gaan betalen wordt verlaagd van de voorgenomen twee miljard naar 1,7 miljard per jaar.
Het vermogen van de corporaties komt in het woonakkoord uit op 33,1 miljard euro, berekende het CFV. Dit geldt als alle reële huurstijgingen worden meegenomen. In het regeerakkoord was dit 17,2 miljard euro. De solvabiliteit, de verhouding tussen de schulden en het eigen vermogen, verbetert eveneens tot 27 procent.
Ook als de reële huurstijgingen niet worden meegenomen in de berekening is de situatie volgens het woonakkoord gunstiger dan die volgens het regeerakkoord. Het vermogen bedraagt dan 26,8 miljard euro en de solvabiliteit 23 procent.
Wel wijst het CFV erop dat de vermogenspositie van woningcorporaties in dat laatste geval ongunstiger wordt en dat dit aanleiding geeft tot enige zorg. Ook in het gunstigste geval blijven er 21 woningcorporaties met een solvabiliteit van vijftien procent of lager.
Het CFV geeft verder aan dat niet gezegd kan worden of de nieuwe vermogenspositie haalbaar is voor corporaties, omdat niet zeker is of de huurstijgingen behaald gaan worden. Het fonds stelt ook dat laagste inkomensgroepen de huren sowieso zien stijgen, omdat de huurtoeslag de huurverhoging niet geheel compenseert.