Huiseigenaren die hun huis willen verkopen, zijn bij een verwacht verlies –bijvoorbeeld een lagere verkoopprijs dan de aankoopprijs – minder bereid met de prijs te zakken dan huiseigenaren die ook met hun prijs (meer) zakken, maar hun huis dan nog met winst verkopen. Door verliesaversie kan het langer duren voordat een woning wordt verkocht.
De Volkskrant kopte op 20 juli 2013 'Problemen op de huizenmarkt zijn psychisch' naar aanleiding van het CBP-rapport 'Verliesaversie op de woningmarkt'. Verliesaversie betekent dat mensen een verlies mentaal zwaarder wegen dan een winst van gelijke omvang. Dat leidt tot het nemen van irrationele beslissingen. Een concreet voorbeeld is de verkoop van de eigen woning. Huiseigenaren die hun huis willen verkopen, zijn bij een verwacht verlies – bijvoorbeeld ten opzichte van de aankoopprijs – minder bereid met de prijs te zakken dan huiseigenaren die ook met hun prijs (meer) zakken, maar hun huis dan nog met winst verkopen. Door verliesaversie kan het langer duren voordat een woning wordt verkocht. Verliesaversie – een term uit de economische psychologie – is vele malen empirisch aangetoond. De literatuurstudie van het CPB verkent de mogelijkheid hoe in het woonbeleid rekening valt te houden met gedragseconomische inzichten. De studie is onder andere door het ministerie van BZK gefinancierd. Het rapport noemt drie aanknopingspunten voor het beleid. Geringere fiscale stimulering van het eigenwoningbezit is zo’n aanknopingspunt, omdat bij huurders verliesaversie minder een rem zal zijn op de verhuismobiliteit. De verhuismobiliteit kan verder worden bevorderd als huizenverkopers hun reserveringsprijs sneller neerwaarts aanpassen. Dat kan worden bereikt door huishoudens beter te informeren over de waardeontwikkeling van hun woning of van recent verkochte woningen in hun buurt. Ten derde kan de overheid de overdrachtsbelasting verder verlagen.