LELYSTAD - Uit onderzoek blijkt dat “de lange termijn woningbehoefte prognose voor de Noordvleugel – in relatie tot de opgave voor Almere – houdbaar is.
" Dat staat in een brief die de ministers Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) en Donner (Binnenlandse Zaken) deze week naar de Tweede Kamer stuurden. “De groei van het aantal huishoudens brengt een toename van de woningbehoefte met zich mee.
In termen van aantallen woningen komt deze behoefte neer op een toevoeging van bijna 440.000 woningen aan de huidige woningvoorraad in de Noordvleugel tot 2040, waarvan ruim 300.000 in de Metropoolregio Amsterdam.
Voor Almere laat dit zich vertalen in een uitbreidingsbehoefte van de woningvoorraad met iets meer dan 70.000.” Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening, Anne Bliek: “Het staat nu onomstotelijk vast dat er een enorme vraag naar woningen op ons afkomt.
Hiermee staat de kwantiteit vast, maar de provincie Flevoland hecht nog veel meer belang aan de kwaliteit van wonen in Almere.” Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een motie van het Tweede Kamerlid De Rouwe (CDA), die zich afvroeg of de woningbouwbehoefte waar altijd mee is gerekend, ook in tijden van crisis en krimp, houdbaar is.
Vorige week werd, naar aanleiding van onderzoek dat het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Bureau voor de Statistiek eerder uitvoerden, reeds bekend dat de opgave onverminderd actueel is. Dat wordt nu, in onderzoek van ABF Research, herbevestigd.
Rekening houden met de vraag
“Met een onderzoekshorizon tot 2040 speelt onzekerheid altijd een rol”, stellen Schultz van Haegen en Donner in hun brief. “De behoefte in 2040 kan lager of hoger uitvallen.
In de besluitvorming wordt daarmee rekening gehouden door de opgave zoveel mogelijk vraaggeoriënteerde op te pakken en worden de mogelijkheden voor organische groei en een adaptieve planning onderzocht.”
Deze aanpak sluit uitstekend aan bij de insteek van de provincie: “De woningbouw en bijbehorende infrastructuur moeten gefaseerd en in samenhang worden gerealiseerd.
Daarbij moeten we rekening houden met de marktbehoefte; als er geen vraag is, heeft het immers geen zin om te bouwen. Maar het laat onverlet dat je bij alle te nemen stappen wel een gewenst eindbeeld voor ogen moet houden. Dan pas wordt één plus één drie, aldus Anne Bliek.”
© Nationale Bouwgids