De onderzochte lidstaten van de Europese Unie maken volgens Rehn wel voortgang in de aanpak van de zwakheden in hun economieën. De onevenwichtigheden zijn echter over tien jaar opgebouwd en daarom niet een-twee-drie weg. De regeringen moeten daarom wel doorpakken, aldus de eurocommissaris.

Italië, Slovenië en het vorig jaar tot de EU toegetreden Kroatië moeten hun inspanningen van Rehn zelfs verder opvoeren. Italië moet van de begrotingstsaar hard werken aan de hoge overheidsschuld en het matige concurrentievermogen. "Beide komen uiteindelijk voort uit de maar voortdurende matige groei van de productiviteit", licht Rehn toe.

Kroatië moet van Rehn hard werken aan de afnemende export, de met schulden beladen bedrijven en de hard groeiende overheidsschuld. Het land moet volgens hem aanvullende bezuinigingen doorvoeren voor het einde van april.

Slovenië heeft het afgelopen jaar vooruitgang geboekt, erkent Rehn. Toch blijft het land nog in het zorgenklasje van Rehn zitten. Spanje, dat daar vorig jaar ook in zat, heeft volgens de eurocommissaris afgelopen jaar wel genoeg progressie gemaakt om het klasje te verlaten.

Nederland moet van Rehn aandacht besteden aan de hoge schulden van huishoudens en de inefficiënte huizenmarkt. De grootste economie van Europa, Duitsland, dient ervoor te zorgen dat consumenten hun portemonnee vaker gaan trekken. Ook aan de groei op de middellange termijn moet de regering van Angela Merkel aandacht besteden. Dat laatste is voor de tweede economie, Frankrijk, ook een punt van aandacht volgens Rehn. Dat land moet echter ook nog werken aan het te hoge tekort.

Rehn nam in zijn onderzoek naar de 'macro-economische onevenwichtigheden' zeventien landen onder de loep. Denemarken, Luxemburg en Malta hoeven van Rehn niet meer nader in de gaten te worden gehouden. De vier landen die noodhulp hebben gekregen, Griekenland, Cyprus, Portugal Roemenië, vallen overigens onder een ander programma.

Rehn geeft woensdag om 17.00 uur meer details over de zwakheden van de verschillende lidstaten.