(Novum) - Het 'voorzichtige herstel' van de Nederlandse woningmarkt biedt vooral perspectief voor nieuwe verkopers. Huiseigenaren die hun woning al langere tijd proberen te slijten, merken daarentegen nog weinig van de licht opwaartse lijn in de huizenmarkt. Dat blijkt donderdag uit de meest recente verkoopcijfers van makelaarsvereniging NVM.
Een huiseigenaar die zijn woning in het vierde kwartaal in de verkoop deed, vond namelijk in bijna een derde van de gevallen al binnen één kwartaal een koper. Het aantal 'snelle verkopers' ligt daarmee aanmerkelijk hoger dan een jaar geleden. Toen raakte iets meer dan twintig procent van de kopers zijn huis binnen drie maanden kwijt.
De gemiddelde verkooptijd van een woning is echter de afgelopen twee jaar nagenoeg gelijk gebleven, zo blijkt uit de NVM-cijfers. Dat betekent dus ook dat de overige verkopers gemiddeld langer met hun huis blijven zitten. Mensen die een huis zoeken kiezen dus steeds vaker voor een huis dat pas op de verkoopmarkt is.
Voor iemand die zijn huis twee jaar geleden in de verkoop deed en daar nog steeds mee leurt, is die ontwikkeling slecht nieuws. Zijn zoektocht naar een nieuwe eigenaar wordt steeds moeizamer, blijkt ook uit de NVM-cijfers. Van het totale woningaanbod in Nederland staat 32 procent al meer dan twee jaar te koop. Vorig jaar was dat 23 procent.
Onder meer in Noordoost-Groningen, in de omgeving van Delfzijl, is die trend duidelijk zichtbaar. Van alle huizen die daar vorig kwartaal werden verkocht, stond 45 tot 50 procent nog maar een kwartaal te koop. Meer dan twintig procent van de verkopers had echter zelfs na drie jaar nog geen nieuwe eigenaar gevonden.
Vooral mensen die in een vrijstaand huis wonen, zijn gemiddeld erg lang bezig met het zoeken van een koper. Hun woning staat na drie jaar in bijna 35 procent van de gevallen nog steeds te koop. Een tussenwoning blijft daarentegen zelden lang staan. Slechts vijftien procent van de tussenwoningen stond na drie jaar nog te koop.
Dat een vrijstaand huis zo slecht verkoopbaar is, heeft voor een deel te maken met het versoberen van de leenmogelijkheden, stelt NVM-voorzitter Ger Hukker. Mensen die vroeger groter wilden wonen, kregen zonder al te veel moeite een zak geld mee en konden de stap van appartement naar vrijstaand huis gemakkelijk zetten. Nu is dat minder het geval.
Bovendien zijn huizen die meer dan drie jaar te koop staan relatief duur. Veel eigenaren van zo'n woning vroegen toen ze het makelaarsbord enkele jaren geleden in de tuin plaatsten maar liefst 28 procent meer dan het op dat moment waard was. Bij huizen die binnen een kwartaal werden verkocht lag de vraagprijs slechts negen procent hoger.
Veel van de mensen met een moeilijk verkoopbaar huis hebben hun vraagprijs in de loop der tijd echter al flink verlaagd, stelt Hukker. Nu vragen ze gemiddeld achttien procent meer dan de werkelijke waarde. Op een huis met een marktwaarde van twee ton hebben ze de vraagprijs dus al verlaagd van 256 naar 236 duizend euro.
Toch is de korting van twintigduizend euro in dit voorbeeld voor veel verkopers niet voldoende, stelt de NVM-voorman. Voor de huizen die binnen een jaar verkocht worden, ligt de vraagprijs gemiddeld namelijk slechts tien procent hoger dan de marktwaarde. Bij de voorbeeldwoning gaat het dan om een vraagprijs van 220 duizend.
Wie zijn huis snel wil verkopen heeft daarom maar twee opties, aldus Hukker. De eerste is de vraagprijs verlagen en een mogelijke restschuld op de koop toe nemen. De andere mogelijkheid vergt meer geduld: wachten tot de waarde van zijn woning stijgt tot het niveau van zijn vraagprijs.