Op 1 november treedt het nieuwe vergunningvrije bouwen in werking. Veel gemeenten die inmiddels al een cursus hebben gevolgd zijn toch wel geschrokken van deze wijzigingen. Ten eerste omdat het er niet eenvoudiger op wordt, maar anderzijds ook dat waar het gaat over het buitengebied en de grotere percelen, de vergunningvrije mogelijkheden een stuk minder worden dan nu, en dat in tegenstelling tot wat er in de landelijke media is verschenen.
Belangrijkste wijziging hierbij is dat tot 1 november de mogelijkheden van artikel 2.3 (De 2,5m aan het oorspronkelijke hoofdgebouw ten dienste van het hoofdgebruik, en de 30m2 buiten de 2,5m zone) boven de mogelijkheden van het bestemmingsplan (dus boven art. 3) mochten worden opgeteld. Maar die vlieger gaat vanaf 1 november niet meer op. Dan moeten namelijk alle met en zonder vergunning gebouwde bijbehorende bouwwerken in het bebouwingsgebied (binnen en buiten de zone van 4m) worden opgeteld, of die nu met artikel 3 (volgens de mogelijkheden van het bestemmingsplan) of met artikel 2 (in strijd met het bestemmingsplan) zijn of worden gerealiseerd. Hierbij is de oppervlakte van het bebouwingsgebied van belang. Bijvoorbeeld een perceel met een bebouwingsgebied van 200m2 mag vanaf 1 november in totaal 70m2 aan bijbehorende bouwwerken realiseren. Hierbij tellen dan zowel de niet oorspronkelijke aan- en uitbouwen van de woning, inclusief de erker aan de voorzijde, en daarnaast alle andere (ondergeschikte) bijbehorende bouwwerken zoals carport, schuur, garage, kippenhok etc mee. Heeft het bestemmingsplan bij dit perceel een bouwmogelijkheid van bijvoorbeeld 60m2 bijgebouwen, en is er nog ruimte in het bouwblok om de woning te vergroten, dan is artikel 2 vaak al niet meer aan de orde.
Nog een paar ‘let opjes’ die vanaf 1 november niet moeten worden vergeten:
- De nieuwe begripsbepaling ‘achtererfgebied’ vraagt vooral aandacht aan de zijkant van een hoofdgebouw. Wijkt de weg, dan loopt de lijn van het achtererfgebied parallel aan die weg. Komt de weg dichter naar het perceel toe, dan loopt de lijn van het achtererfgebied in het verlengde van het hoofdgebouw. Hierbij is niet het oorspronkelijke hoofdgebouw van belang, maar het (eventueel gegroeide) hoofdgebouw!
- Bij een bedrijfsperceel of een agrarisch perceel is een woning niet meer op grond van artikel 6 een hoofgebouw. Hierdoor is er ook geen zone van 4m rondom deze woning!
- Op grond van artikel 2.3 mag er straks ook in strijd met het bestemmingsplan een kapje op een bijbehorend bouwwerk, die aan een aantal regels moet voldoen, zoals de nokhoogte die hoger mag naarmate de afstand tot de perceelsgrens met de buren groter wordt. Let op dat deze kap niet valt binnen de 4m zone, hier geldt vaak de 30cm boven de eerste verdiepingsvloerhoogte als maximum!
- In artikel 3 (Bouwen volgens het bestemmingsplan) is nu ook opgenomen dat men 1m van openbaar toegankelijk gebied moet blijven. Dit houdt in dat voor meer situaties een vergunning nodig zal zijn!
- Voor de bouwmogelijkheden is de oppervlakte van het bebouwingsgebied van belang. Dit is vaak niet eenvoudig te bepalen als een perceel aan een bochtige weg ligt. Bouwwerken (deels) buiten het bebouwingsgebied hoeven voor zover ze buiten het bebouwingsgebied liggen niet te worden meegenomen in de oppervlakteberekening van art. 2.3 onder f.
- Binnen het beperkte achtererfgebied in een Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is vergunningvrij bouwen op grond van art. 2.3 niet meer mogelijk vanaf 1 november.
- Mantelzorg is vanaf 1 november in heel veel gevallen vergunningvrij mogelijk. Ieder bestaand bouwwerk mag worden omgezet naar mantelzorg (art. 2.22) waarbij de voorschriften gelden Bouwbesluit ‘bestaand niveau’ gelden, en het bouwwerk ook vergunningvrij mag worden verbouwd met toepassing van art 2.7 en 3.8. Buiten de bebouwde kom, mag nog eens extra 100m2 worden neergezet voor mantelzorg, als deze geheel of in delen verplaatsbaar is (art. 7.2) En hierbij gelden de voorschriften voor tijdelijke bouw. Uiteraard moet wel worden voldaan aan de begripsbepalingen “Mantelzorg” en “Huisvesting in verband met Mantelzorg”.
- Aan de frontoffice is het heel vaak niet meer mogelijk om zonder dossierkennis antwoord te geven op de vraag of iets vergunningvrij kan worden gebouwd. Dit omdat nu alle aanwezige bebouwing een relatie heeft met het kunnen beantwoorden van die vraag!
- Door de nieuwe drie woorden ‘of uitbreiding daarvan’ in art. 2.3 en 3.1 kan alle jurisprudentie over bijbehorend bouwen de prullenbak in. Ook is vanaf 1 november het horizontaal en verticaal krijtstrepen weer in alle vormen toegestaan!