De komende vijf jaar is de vraag naar recreatiewoningen omvangrijk. Als een kwart van de huishoudens die momenteel zeker zijn over de aanschaf, ook daadwerkelijk over gaat tot de aanschaf, zou dit tot jaarlijks tot circa 3.500 transacties leiden. Dit blijkt uit een pas verschenen rapport van het Bureau Stedelijke Planning, in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), over de markt voor recreatiewoningen.
Er is over de markt voor recreatiewoningen nog weinig bekend. Tot nu toe werden er nog geen recente cijfers gepubliceerd die een goed beeld geven van de situatie en ontwikkelingen. De NVM wil hier meer inzicht over verschaffen en heeft daarom aan het Bureau Stedelijke Planning gevraagd om mede op basis van de database van de NVM de markt voor recreatiewoningen te onderzoeken.
De komende jaren ziet het er goed uit voor deze markt. “Ondanks dat er momenteel sprake is van een verzadiging, zal er in de komende jaren naar verwachting een toename van de marktruimte ontstaan. Voorwaarde is wel dat het economisch herstel zich doorzet, het consumentenvertrouwen verder groeit en de mogelijkheden voor de financierbaarheid van recreatiewoningen toenemen”, zo stelt NVM-voorzitter Ger Hukker.
“De markt lijkt zich nu al te herstellen: het aantal transacties is in het afgelopen jaar weer toegenomen en het aantal te koop staande woningen is het afgelopen jaar niet meer gegroeid. Het marktperspectief verschilt wel per regio. Een analyse van locatiekwaliteiten, vraag en (toekomstig) aanbod en prijsontwikkelingen laat zien dat kustgebieden en bosrijke omgevingen als Noord-Holland, de Waddeneilanden en Zeeland kansrijke gebieden zijn met het beste toekomstperspectief.”
Verder blijkt uit het rapport dat Nederland in 2014 naar schatting ongeveer 110.000 recreatiewoningen telt. Deze zijn vooral gesitueerd aan de kust en in bosrijke omgevingen. Naar schatting iets minder dan de helft bevindt zich op vakantieparken.
Diverse factoren in de afgelopen tien jaar hebben bijgedragen aan een toename van de vraag naar recreatiewoningen: de groei van de bestedingen en het aantal overnachtingen in de recreatieve sector, een hoger besteedbaar inkomen, de goede rendementen als beleggingsobject, de toename van de primaire doelgroepen (‘empty nesters’) en gezinnen en de opkomst van ‘meerhuizigheid’.
Door de economische crisis was er echter wel sprake van een afname van het aantal overnachtingen in logiesaccommodaties, zo blijkt uit het rapport. Bovendien komen oudere parken vaker in de problemen en worden de woningen hier steeds vaker gevuld met arbeidsimmigranten. Dat kan aan de ene kant de redding betekenen voor de eigenaren en voor het park, maar andersom levert het ook veel (overlast)problemen op.
Govert Veldhuijzen, gedeputeerde Ruimtelijke Ordening en Wonen van de provincie Zuid-Holland, vindt het rapport ‘een prima initiatief’ van de NVM om de markt voor recreatiewoningen in kaart te brengen. “Verrassend vind ik de grote verschillen tussen regio’s. Wij zullen het rapport zeker bij onze beleidsafwegingen betrekken.”
Ook Carla Schönknecht, gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening en Recreatie en Toerisme van de provincie Zeeland, is positief over het rapport. “De kust en het water heeft zoals in het rapport wordt geconcludeerd een grote aantrekkende kracht op onze gasten.
Het onderzoek brengt dit goed in beeld. In het rapport is een flinke prognose voor ontwikkelingsruimte opgenomen. Omdat we ook binnen de provincie verouderde recreatiewoningen hebben waar weinig vraag naar is wil ik de NVM oproepen om mee te denken hoe we de incourante woningen om kunnen vormen tot een onderdeel van het aantrekkelijk aanbod. Niet alleen in de kustregio's maar ook in de rest van Nederland.”