Normal_bouwen1

(Novum) - Het beeld in de bouw wordt steeds rooskleuriger na een aantal jaren van diepe malaise. In de komende jaren trekt de werkgelegenheid gestaag aan en is de woningbouw de motor van het herstel in de branche. Dat voorspelde het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) donderdag.

Het EIB verwacht dat er dit jaar vijfduizend voltijdbanen worden gecreëerd in de bouw. De banengroei krijgt vervolgens vaart, resulterend in bijna zestigduizend voltijdbanen in de komende zes jaar. Daarmee wordt een aanzienlijk deel van de 85 duizend banen die in de crisis verloren gingen ingelopen.

Na een plusje van een procent in 2014 zal de totale bouwproductie dit jaar met drie procent toenemen, aangejaagd door een toename van elf procent bij nieuwbouwwoningen. Die groei volgt op een forse daling, van tachtigduizend huizen per jaar voor de crisis naar circa 45 duizend in 2014. Het duurt, vanwege de benodigde bouwtijd, echter nog tot 2020 om in de buurt te komen van het niveau van voor de crisis.

Het EIB voorziet een groei van tien procent voor de nieuwbouw in 2016 en een gemiddelde toename van negen procent in de periode 2017 tot en met 2020, tot een niveau van circa 73 duizend huizen per jaar. Het herstel van de woningmarkt wordt de komende jaren wel opnieuw geremd door strengere hypotheekregels. Doordat de maximale hoogte van de leensom steeds verder wordt verlaagd, worden niet alleen starters geraakt maar kunnen ook huishoudens met restschulden moeilijker doorstromen.

Het segment onderhoud en renovatie in de woningbouw staat er minder florissant voor. Hier bedraagt de groei dit jaar anderhalf procent, mede doordat het verlaagde btw-tarief van zes procent halverwege dit jaar afloopt. Pas na 2016 zal deze 'negatieve impuls' wegebben.

In de utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw (gww) is de groei de komende jaren respectievelijk twee en anderhalf procent. Het herstel in de utiliteitsbouw wordt gedrukt door de al hoge leegstand van kantoren en winkelpanden, terwijl de gww last heeft van dalende investeringen in infrastructuur en onderhoud.