Normal_3691

UTRECHT - Met de presentatie van ‘Bouwen aan de Stad’ maken de gemeente Utrecht en de Utrechtse woningcorporaties duidelijk hoe zij de komende vijf jaar fors willen blijven investeren in de stad.

Met name de huisvesting van lagere inkomensgroepen, de duurzaamheid en de wijkaanpak staan daarin centraal.

De samenwerkingsafspraken gaan uit van een forse productie van woningen: lastig in deze economische situatie. De ambities worden ook bemoeilijkt door het geplande rijksbeleid op het gebied van wonen

Bouwen aan de stad
De nieuwe Utrechtse samenwerkingsafspraken tonen veel ambitie. Zo is het plan om circa 6.000 nieuwe woningen te bouwen en 6.000 renovaties uit te voeren. Hiermee stijgt de kwaliteit van de woningvoorraad.

Bij die renovaties, maar ook bij andere aanpakken, worden woningen ook energie-zuiniger gemaakt. In totaal gaat het daarbij om ongeveer 17.500 huizen. Belangrijk is ook dat hierdoor de energielasten, en dus de woonlasten, van huurders beduidend dalen.

Daarnaast zetten partijen de sociale aanpak in de wijken waar de achterstanden het grootst zijn door. En de corporaties garanderen dat er een grote voorraad betaalbare huurwoningen blijft: 44.000 stuks. De gemeente Utrecht, Bo-Ex, Mitros, Portaal, GroenWest en de SSH werken samen om deze ambities te realiseren. Dat is goed nieuws voor de bewoners van de stad Utrecht.

Onzekere tijden
De grote ambities moeten gerealiseerd worden in een tijd die voor de samenwerkende partijen onzeker is. De Utrechtse corporaties zijn veel woningen blijven bouwen, ondanks de financiële crisis. Zij hebben als enige projecten in aanbouw genomen zonder de vaste verkooppercentages te halen. Dat is belangrijk omdat de wachtlijsten voor woningzoekenden onverminderd lang blijven.

Er hangt echter een aantal bedreigingen in de lucht:

  • Het kabinet wil dat vanaf 2014 de verhuurders mee gaan betalen aan de huurtoeslag. Het gaat daarbij om vele miljoenen per jaar per corporatie. Dat kan alleen gerepareerd worden door veel meer woningen te verkopen (lastig in de huidige markt), meer huur te vragen (kan niet oneindig gezien de woonlasten die huurders kunnen opbrengen), minder te onderhouden (kent zijn grenzen) of minder nieuw te bouwen en te renoveren. Dat laatste is de doodsteek voor stedelijke vernieuwing.
  • Het kabinet wil ook dat corporaties 75 procent van hun woningen te koop aanbieden aan huurders, omdat mensen beter af zouden zijn in een eigen woning. Los van het feit dat woningen van corporaties zijn en niet van de staat, verkopen corporaties op dit moment al woningen uit een deel van hun voorraad die ze daarvoor bestemd hebben (circa 20 procent). De opbrengst wordt ingezet in de vernieuwing van de stad. Echter, 75 procent te koop zetten maakt adequaat groot onderhoud en beheer onmogelijk. De appartementen, die ook nog gesplitst moeten worden vóór die tijd, komen immers terecht in Verenigingen van Eigenaren die allemaal meebeslissen over de aanpak van de gebouwen.

Samen sterk
Gemeente en corporaties hebben elkaar nodig om voldoende goede en betaalbare huisvesting te bieden aan de inwoners van de stad. Lokale problemen vragen om lokale oplossingen.

We hebben met de samenwerkingsafspraken aangetoond dat het kan en dat het werkt. Daar past geen landelijk beleid bij dat het werken voor de Utrechtse huurders bemoeilijkt.

© Nationale Bouwgids