AMSTERDAM (Novum) - De gemeente Amsterdam stuntelt bij het afhandelen van bezwaren tegen de vaststelling van de WOZ (Wet waardering onroerende zaken).
Dat concludeert de gemeentelijke ombudsman van Amsterdam, Ulco van de Pol, dinsdag na onderzoek. "De WOZ-afhandeling van Amsterdam deugt niet."
Huiseigenaren moeten jaarlijks belastingen betalen die worden berekend op basis van de waarde van hun huis. De gemeente stelt deze WOZ-waarde vast, maar daar kan bezwaar tegen worden gemaakt.
Bij zaken die uiteindelijk voor de rechtbank komen, haalt de gemeente slechts in een op de vier gevallen ongeschonden de eindstreep. In drie op de vijf gevallen dat bezwaar wordt ingediend, wordt de WOZ-waarde uiteindelijk aangepast.
Als de waardering al wordt aangepast, werkt dat overigens niet automatisch door voor volgende jaren of vergelijkbare panden. Huiseigenaren moeten daarvoor opnieuw bezwaar aantekenen, constateert de ombudsman.
Ook de motivering voor de waardering en de reactie op de bezwaren schiet volgens Van de Pol ernstig tekort. "De methode van taxatie is voor eigenaren van panden erg ondoorzichtig."
Voor de bepaling moeten drie vergelijkbare woningen in taxatieverslagen staan. Die geven volgens de ombudsman echter geen goede verklaring voor de vastgestelde WOZ-waarde.
De beslissingen op bezwaren zijn daarnaast vaak onbegrijpelijk. "Er wordt niet of nauwelijks ingegaan op de specifieke bezwaren die worden aangedragen."
Bovendien wacht de gemeente in meer dan de helft van de gevallen te lang met een beslissing over een WOZ-waardering waar bezwaar tegen is gemaakt.
Daar mag maximaal acht maanden mee worden gewacht. Daardoor komen dit jaar naar verwachting 2200 bezwaarmakers in de problemen, omdat ze eigenlijk voor 1 april aangifte moeten doen van hun inkomstenbelasting bij de Belastingdienst.