AMSTERDAM - Vereniging Eigen Huis heeft kritiek op de ‘woonquote’ die door de overheid wordt vastgesteld. In werkelijkheid is de eigenwoningbezitter gemiddeld een veel groter deel van het inkomen kwijt aan wonen dan waar de rijksoverheid haar beleid op baseert, stelt de vereniging.
Niet 26,3% maar 38,6% van het inkomen gaat op aan wonen. De kosten voor onderhoud en verbetering van de woning zijn ten onrechte ‘vergeten’. Welk deel van het netto-inkomen gaat op aan wonen voor zowel huurders als kopers? Dit zijn de zogenoemde woonquotes.
Denk hierbij aan de huur- en hypotheeklasten, energiekosten en andere vaste lasten. De rijksoverheid stemt haar beleid mede af op die woonquotes en bepaalt aan de hand hiervan of er bijvoorbeeld lastenverhoging of lastenverlaging moet plaatsvinden. Dit terwijl het cijfer voor kopers volgens Vereniging Eigen Huis niet klopt.
Inclusief kosten voor onderhoud
Volgens overheidsonderzoek zouden mensen met een koopwoning gemiddeld 26,3% van het inkomen besteden aan wonen; bij huurders zou 36,6% van het inkomen opgaan aan wonen.
Bob Maas, woningmarktspecialist van Vereniging Eigen Huis: “Bij eigenwoningbezitters zijn de kosten voor onderhoud en verbetering van de woning hierin ten onrechte ‘vergeten’. Simpelweg omdat daar geen duidelijke cijfers over zijn.
Nu wij dit wel hebben onderzocht, kunnen we de cijfers hierop aanpassen.” Door de gemiddelde kosten voor onderhoud en verbetering in de afgelopen 12 maanden op te tellen bij de zogenaamde woonquote, kom je uit op de echte woonquote voor kopers: 38,6% in plaats van 26,3%.
Overigens is het ook voor (toekomstige) eigenwoningbezitters van belang te weten hoeveel ze aan wonen uitgeven. En hoeveel geld moeten ze reserveren specifiek voor onderhoud en verbetering van de eigen woning? Vereniging Eigen Huis heeft dit laatste onderzocht over de afgelopen 12 maanden.