DEN HAAG (Novum) - Woningcorporaties Wooninvest uit Leidschendam-Voorburg en Portaal uit Baarn zijn door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) onder verscherpt toezicht geplaatst vanwege problemen met hun derivatenportefeuille. Dat schrijft minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies (CDA) aan de Tweede Kamer.
De derivatenportefeuilles zijn bedoeld als bescherming tegen een stijgende rente. Nu de rente is gedaald, vragen banken echter om extra onderpand. Wooninvest had het CFV gevraagd borg te staan voor een lening van twaalf miljoen euro om aan de extra onderpandeisen te kunnen voldoen. Bij Portaal heeft de gedaalde rente nog niet geleid tot een feitelijk tekort, maar zijn de risico's wel groot, schrijft de minister.
De derivatenportefeuilles staan onder de aandacht vanwege de problemen bij Vestia. Die Rotterdamse corporatie belandde aan de rand van de financiële afgrond doordat meer dan een miljard euro moest worden bijgestort vanwege de dalende rente.
Spies kondigde in de brief aan de Kamer ook aan eind deze maand alle corporaties nogmaals aan een stresstest te onderwerpen. Hierbij wordt gesimuleerd wat er gebeurt met de kaspositie van de individuele corporaties, mocht de rente met een procent dalen.
De derivatenpositie van alle corporaties behalve Vestia bedroeg eind vorig jaar min 3,1 miljard euro. Hierdoor waren de woningbouwverenigingen genoodzaakt voor 226 miljoen euro bij te storten, schrijft de minister. Daalt de rente met één procent, dan stijgt het tekort naar 6,4 miljard, en stijgt het bedrag aan bijstortingen naar 569 miljoen, schrijft de minister.
De derivatenportefeuille van Vestia heeft een negatieve totaalwaarde van 2,1 miljard. In verhouding tot de andere corporaties moest Vestia echter veel meer bijstorten, namelijk 1,3 miljard euro. Eind vorige maand kwam Vestia met de banken overeen dat de corporatie voorlopig niet hoeft bij te storten, om zo een faillissement te voorkomen.