Woningbezitters hebben gemiddeld gezien een veel groter vermogen dan huurders en dat verschil is de afgelopen jaren groter geworden. Dat melden onderzoekers van het statistiekbureau CBS, die in hun berekeningen het eigen huis en een eventuele bijbehorende hypotheekschuld als vorm van vermogen buiten beschouwing hebben gelaten.
Huishoudens met een eigen woning hadden vorig jaar een doorsnee vermogen van 36.300 euro. Dat is veertien keer meer dan het vermogen van de doorsnee huurder, dat 2600 euro bedraagt.
Het vermogen van huurders is sinds 2013 amper gegroeid, terwijl dat van mensen met een koopwoning met 10.500 euro toenam. Anders dan huurders zagen woningeigenaren hun financiële bezittingen toenemen. Het gaat hier om bank- en spaartegoeden, aandelen en obligaties. Woningeigenaren hebben bovendien vaker ook nog een andere bron van vermogen, zoals een eigen bedrijf.
Vermogen opbouwen
Jongeren tot 25 jaar en ouderen van boven de 75 jaar wonen relatief vaak in een huurhuis. Ouderen hebben gemiddeld bezien een groter vermogen dan jongeren, logischerwijs omdat vermogen wordt opgebouwd in de loop der jaren. Tussen mensen van dezelfde leeftijd bestaan grote verschillen tussen huurders en woningbezitters. Ook hebben jongere woningbezitters vaak meer vermogen dan oudere huurders.
Door: ANP