DEN HAAG (Novum) - De hervorming van de woningmarkt is goed voor de financiële stabiliteit van Nederland. Door de hypotheekrenteaftrek te beperken, worden banken en huishoudens minder kwetsbaar voor dalende huizenprijzen. Dat stellen De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het ministerie van Financiën, zo blijkt uit het dinsdag gepubliceerde verslag van de eerste vergadering van het Financieel Stabiliteitscomité.
Volgens het comité, waarin vertegenwoordigers van DNB, AFM en het ministerie samenkomen, brengen de hoge hypotheekschulden belangrijke risico's met zich mee. Zo kunnen huizenbezitters met een restschuld blijven zitten als zij hun huis verkopen. Sinds de piek van de woningmarkt in 2008 zijn de prijzen zestien procent gedaald.
Banken hebben daarnaast moeite om de grote berg hypotheekschulden te financieren. Tussen 1995 en 2008 stegen de hypotheken van 46 procent van het bruto binnenlands product naar 103 procent van het bbp. Banken zijn daardoor erg afhankelijk geworden van leningen van andere banken. Banken zijn sinds de kredietcrisis echter huiverig om geld aan elkaar uit te lenen.
Het comité stelt dat de huidige hervormingen op de woningmarkt, zoals de beperking van de hypotheekrenteaftrek, noodzakelijk zijn. Nederlanders hebben op dit moment een van de hoogste schulden van de eurozone. "Het is van groot belang voor de Nederlandse financiële stabiliteit dat de voorgenomen hervormingen onverkort worden ingevoerd", staat in het verslag.
Volgens de vertegenwoordigers verslechtert de woningmarkt door de hervormingen, maar neemt de overheid ook maatregelen om de schade daarvan te beperken. Zo is de rente op restschuld tien jaar aftrekbaar van de belasting en mogen banken hogere hypotheken verstrekken aan starters met een goed inkomensperspectief.
Het comité is in november opgericht naar aanleiding van de parlementaire commissie-De Wit, die de oorzaken van de kredietcrisis en het optreden van de overheid onderzocht. Het comité moet risico's voor de financiële stabiliteit te signaleren en aanbevelingen doen om deze aan te pakken. De eerste vergadering vond plaats op 17 december.