Normal_rss_entry-388007

De plannen van het kabinet om naast de sociale huur ook het middensegment voor huurwoningen te reguleren, moeten er niet toe leiden dat mensen minder vaak willen verhuizen voor hun werk. Als de 'verhuismobiliteit' minder wordt, zou dat slecht kunnen uitpakken voor de arbeidsmarkt, concludeert De Nederlandsche Bank in een studie.

Volgens DNB verhuizen mensen in de vrije huursector 2,5 keer vaker dan kopers. Bij huurders in de sociale sector is dit 1,4 keer vaker dan kopers. Verhuizingen binnen de regio zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. DNB vreest dat verdere regulering van de vrije huursector betekent dat mensen in deze sector ook honkvaster worden.

Dat huurders mobieler zijn dan kopers is al bekend, maar dat deze voordelen in veel mindere mate gelden voor het sociale huursegment is volgens DNB nieuw. Macro-economisch is het volgens DNB van belang dat werkenden geneigd zijn te verhuizen van regio's met minder werkgelegenheid naar regio's met betere baankansen. "Hoe hoger deze verhuismobiliteit is, hoe lager de werkloosheid en hoger de arbeidsproductiviteit", aldus DNB. "Een lage verhuismobiliteit heeft negatieve economische gevolgen, omdat dit de regionale arbeidsmobiliteit vermindert, het woon-werkverkeer verlengt en de productiviteit verlaagt."

Scheefhuurproblematiek

De redenen dat mensen niet willen verhuizen zijn onder andere de lange wachtlijsten en hogere huurprijzen bij verhuizing naar een andere regio. Bij het reguleren van de middenhuur zouden die beperkingen ook hier kunnen gaan gelden, meent DNB. Ook ligt bij de middenhuur de scheefhuurproblematiek dan op de loer.

De precieze uitwerking van de kabinetsplannen is nog niet duidelijk. Zo speelt de manier van toewijzen en het totale aanbod aan huurwoningen een belangrijke rol bij de doorstroom en het al dan niet ontstaan van wachtlijsten. "Hoge verhuismobiliteit is geen doel op zich, maar het beperken ervan is onwenselijk", meent DNB. "Het is daarom belangrijk om bij de uitwerking van de huurprijsregulering rekening te houden met de gevolgen voor verhuismobiliteit."

Door: ANP