Dat de starter moeilijk voet aan de grond kan krijgen op de woningmarkt is al geruime tijd bekend. Calcasa onderzocht de mogelijkheden die starters hebben onder de huidige omstandigheden. Hieruit blijkt dat een gemiddelde starter slechts 3,4 procent van de koopwoningen in Nederland kan financieren. Zelfs met eventuele hulp van de ouders hebben starters moeite om een geschikte koopwoning te vinden. De regionale verschillen hierin zijn vrij groot. Aan een koopwoning in de hoofdstad hoeven starters vrijwel niet te denken, hier is namelijk slechts 0,3 procent van de woningen betaalbaar voor deze groep. Een verdere daling van de woningprijzen zal de starter uiteindelijk meer ruimte bieden. Dit meldt Calcasa.
Het kabinet heeft in september aangekondigd de positie van starters en doorstromers ten opzichte van beleggers op de koopwoningmarkt te willen verbeteren. Voor starters onder de 35 jaar geldt dat ze geen overdrachtsbelasting hoeven te betalen bij aankoop van hun woning. Calcasa keek daarom naar de financiële situatie van personen in de leeftijdscategorie 25-35 jaar. In 2021 bedroeg het gemiddelde bruto-jaarsalaris van deze groep 45.000 euro. Dit bedrag geïndexeerd met de CAO-loonstijging van 2022 en 2023 ligt dat gemiddelde nu op ruim 48.000 euro. Doordat de gemiddelde hypotheekrente op dit moment op ongeveer 4 procent ligt, kan een gemiddelde starter volgens de leennormen van de NIBUD en met de voordelen - zoals het niet hoeven betalen van overdrachtsbelasting - nu ongeveer 200.000 euro lenen.
Keuzemogelijkheden starters
De woningprijzen zijn in het vierde kwartaal van 2022 met 3,5 procent gedaald ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee vertonen de woningprijzen voor het eerst sinds het tweede kwartaal van 2013 een daling. Toch is een gemiddelde woning met een waarde van 447.000 euro ver uit zicht voor een gemiddelde starter. Van de bijna 4,5 miljoen koopwoningen in Nederland hebben slechts ruim 150.000 woningen een waarde van 200.000 euro of lager. Dit komt neer op ruim 3 procent. De keuzemogelijkheden die starters hebben zijn dus zeer beperkt.
Regionale verschillen
De regionale verschillen hierin zijn enorm. In bijna de helft van de Nederlandse gemeenten komt een starter in aanmerking voor minder dan 1 procent van de koopwoningen. Dit is voornamelijk in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant. In de gemeenten Blaricum, Landsmeer en Laren is op dit moment vrijwel geen enkele woning te vinden voor een starter.
Starters die een woning zoeken in Friesland, Groningen, Zeeland of Limburg hebben meer kans. In Heerlen is ruim 35 procent van de koopwoningen te betalen voor starters, in Kerkrade en Pekela ruim 32 procent. Ook in Veendam en Terneuzen maakt een starter met ruim 20 procent van de woningen een goede kans op een koophuis. Onderstaande figuur toont het percentage woningen waarvoor een starter in aanmerking komt.
Door: Nationale Bouwgids