AMSTERDAM - De provincie Friesland heeft ten onrechte geweigerd op te treden tegen de bouw van de omstreden afvaloven in Harlingen. Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald. Voor de afvalverbrander moet alsnog een natuurvergunning worden aangevraagd.
De Waddenvereniging vroeg de provincie in 2009 op te treden tegen de bouw van de oven, die huisvuil omzet in energie. Voor de oven was geen vergunning verleend. De provincie weigerde en stelde dat er ook geen vergunning nodig was. De Waddenvereniging ging in beroep bij de Raad van State, die de provincie in het ongelijk stelt.
Vergunning
Volgens de hoogste bestuursrechter was wel degelijk een vergunning vereist. De provincie mocht niet zomaar stellen dat de afvaloven geen schade aan de natuur en het landschap zou toebrengen. Omrin, het bedrijf dat de afvaloven exploiteert, moet nu alsnog een vergunning op grond van de natuurbeschermingswet aanvragen.
De afvaloven staat pal aan de Waddenzee, op enkele kilometers afstand van het centrum van Harlingen. Omwonenden maken zich zorgen over de uitstoot van giftige stoffen. Omrin heeft erkend dat er eerder dit jaar, toen de oven net in bedrijf was, dioxine is uitgestoten.