Normal_3584

UTRECHT - Bijna zes op de tien leden van FNV Bouw vrezen voor hun baan in de nabije toekomst. Dat blijkt uit onderzoek door ADV Market Research in opdracht van FNV Bouw. Bijna 1700 werkende leden deden mee.

Bijna 80 procent van de respondenten zegt dat ook zijn bedrijf getroffen is door de crisis. FNV Bouw-leden maken zich ernstig zorgen over de toekomst van de bouwsector. Dat wordt ook bevestigd door het economisch bureau van ING: de sector krimpt naar verwachting met twee procent.

Ruim tachtig procent van de leden denkt dat er na de crisis te weinig jong talent klaar staat om te voldoen aan de dan aantrekkende vraag.

Ook zijn er na de crisis onvoldoende gezonde bedrijven om de aantrekkende economie bij te benen, zo zegt bijna de helft van de ondervraagde leden. Slechts een derde van de ondervraagden vindt dat de bouw ondanks de crisis een gezonde bedrijfstak is.

Onzeker
FNV Bouw-voorzitter John Kerstens is niet verbaasd over de cijfers en deelt de zorgen van zijn leden. "Sinds het uitbreken van de crisis is de arbeidsmarkt voor werknemers in de bouw erg onzeker geworden. Ruim 20 procent van de ondervraagde leden is ergens in de afgelopen twee jaar gedwongen van baan veranderd. Daar komt bij dat de instroom van jongeren achterblijft, en de vergrijzing hard zal toeslaan.

De sector kan zijn vakmensen onvoldoende vasthouden. Dat is vreselijk voor die mensen, maar net zo vreselijk voor de toekomst van de bouw. Goed opgeleide vakmensen zijn keihard nodig wanneer het economisch tij keert. Omdat bedrijven niet langer bij machte zijn om hun mensen in dienst te houden, moet de overheid inspringen met crisismaatregelen."

Zelf vakantietijd inplannen
Al jaren zeggen werknemers dat de arbeidsvoorwaarden verbeterd moeten worden om jongeren voor de bouw te interesseren. Ook modernere arbeidsvoorwaarden spelen een belangrijke rol.

Zo zegt 64 procent van de leden dat in deeltijd werken mogelijk moet zijn. Ruim 80 procent zegt zelf zijn vakantietijd te willen inplannen. "Ook dat is niet nieuw. Wij pleiten al tijden voor meer zeggenschap over werk- en vrije tijd en modernere arbeidsvoorwaarden.

De bouw moet aantrekkelijk zijn en blijven voor nieuwkomers," aldus Kerstens. Nu zegt slechts een derde van de ondervraagden dat werken in de bouw aantrekkelijk is voor jongeren.

Trots
Ondanks alles zijn werknemers nog altijd buitengewoon trots op hun werk in de bouw. Op de vraag of men trots is om de bouw te werken, antwoordde 80 procent bevestigend, hoewel minder dan in voorgaande jaren. Slechts twaalf procent van de leden zegt de bouw te willen verlaten. Op de stelling 'ik zou mijn kind werken in de bouw aanraden' antwoordt een vijfde van de ondervraagden bevestigend.

© Nationale Bouwgids