AMSTERDAM (Novum) - Driekwart van de ondernemers in de bouwsector verwacht niet dat de omzet in de markt zich op korte termijn herstelt. Dat blijkt dinsdag uit een onderzoek naar de gehele bouwketen door het Economische Instituut voor de Bouw.
In het eerste kwartaal daalde de omzet met ruim negen procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, bleek eind mei uit cijfers van het CBS. Het pessimisme over de toekomst wordt gevoed door slechte gevulde orderportefeuilles.
Architecten, ingenieursbureaus en schilder- en onderhoudsbedrijven hebben gemiddeld voor 4,2 maanden aan werk in de kast liggen. Bij bouw en installatiebedrijven is dat net iets minder dan zes maanden. Vorig jaar hadden installateurs en architecten nog voor gemiddeld 5,5 maand werk, bouwbedrijven 6,4 maanden. Schilders en onderhoudsbedrijven konden vorig jaar nog 4,8 maanden vooruit.
De negatieve stemming heeft haar weerslag op de werkgelegenheid. Ten opzichte van vorig jaar zijn meer bedrijven pessimistisch over de ontwikkeling van hun personeelsbestand. Uit de CBS-cijfers bleek dat in het eerste kwartaal het aantal personeelsleden al met negenduizend op jaarbasis is gedaald.
De brancheorganisaties vrezen dat de stilgevallen bouw leidt tot een groot tekort op de woningmarkt. "De behoefte aan woningen van goede kwaliteit is onverminderd, want het aantal huishoudens in Nederland neemt nog altijd toe", schrijven de organisaties. "Op termijn wordt dat onhoudbaar en zullen schrijnende tekorten ontstaan, vooral voor starters."