Normal_5475
UTRECHT (Novum) - Nederland is niet goed voorbereid op noodzakelijke veranderingen in de energievoorziening. Daardoor kunnen energie-intensieve bedrijfstakken en de overheidsbegroting in de knel komen. Dat stellen onderzoekers van TNO, de Universiteit Utrecht en ECN dinsdag in een gezamenlijk rapport.

Nederland importeert veel fossiele brandstoffen uit het buitenland en haalt veel gas uit de grond. Volgens de onderzoekers is dat niet vol te houden, omdat de voorraden afnemen, de vraag naar energie in opkomende landen toeneemt en de CO2-uitstoot moet worden teruggedrongen.

De onderzoekers noemen het zorgelijk dat Nederland niet beschikt over een consistente strategie om de energievoorziening aan te passen. Energie-intensieve sectoren zoals de chemie en de landbouw zijn goed voor 12,4 procent van de Nederlandse economie. Zij profiteren nu van relatief lage prijzen, onder meer door de eigen aardgasproductie.

Ook de overheidsinkomsten zijn volgens het onderzoek sterk afhankelijk van de bestaande energiesector. In totaal komt ongeveer twintig procent van de begroting indirect en direct uit energie voort. Zo krijgt de staat 15,8 miljard euro binnen uit de aardgasbaten, twaalf miljard euro uit accijnzen op energie en nog eens 15,3 miljard uit winst- en loonbelasting van energie-intensieve bedrijven.

Nederland produceert volgens de onderzoekers rond 2030 niet meer genoeg gas voor eigen gebruik en moet er gas worden geïmporteerd. Nu is de eigen gasproductie nog goed voor twintig miljard euro aan omzet, maar op termijn moet Nederland volgens de onderzoekers juist twintig miljard euro aan gas importeren.

De onderzoekers stellen dat Nederland onder meer moet inzetten op energiebesparing en het beprijzen van CO2-uitstoot. Nederlandse bedrijven hebben daarnaast een relatief goede uitgangspositie om te groeien in windenergie en biobrandstoffen.