(Novum) - Aan de randen van matten die de bodem bij de Oosterscheldekering moeten beschermen is door sterke stromingen zand weggespoeld. In deze zogenoemde ontgrondingsgeulen moet steen worden gestort om de stabiliteit van de aangrenzende dijken te borgen, meldt Rijkswaterstaat woensdag.
De stortsteen moet voorkomen dat de geulen te diep en steil worden en dat de bodembescherming rond de Oosterscheldekering in Zeeland daardoor gaat schuiven. De randen van de matten waar het zand is weggespoeld, liggen op minimaal zeshonderd meter van de Oosterscheldekering. "Voor de kering leidt dit niet tot problemen", aldus Rijkswaterstaat.
Voor het storten van de stenen is een aanbesteding uitgeschreven. De werkzaamheden moeten eind dit jaar beginnen. Overigens is vorig jaar en begin dit jaar al enkele keren steen gestort.
Rijkswaterstaat reageert hiermee op berichtgeving woensdag in De Telegraaf. Die meldde dat in de Oosterscheldedam gaten zijn ontstaan van meer dan vijftig meter diep. De waterkerende werking zou daarmee op termijn in gevaar zijn. Rijkswaterstaat benadrukt echter dat de Oosterscheldekering veilig is. Maar net als aan andere waterkeringen is bij de Oosterscheldekering onderhoud noodzakelijk, aldus Rijkswaterstaat.