(Novum) - Het kabinet heeft vrijdag drie gebieden aangewezen waar windmolens op zee mogen worden neergezet. Vanaf 2015 komen er twee windparken bij Borssele, twee jaar later volgen twee parken voor de kust van Zuid-Holland en een park voor de kust van Noord-Holland.
Het kabinet kiest voor een aantal grote windparken, in plaats van meerdere kleine. Dat is goedkoper en levert minder 'horizonvervuiling' op, zeggen minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) en minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen (VVD).
Het besluit betekent dat de al afgegeven vergunningen voor negen windparken op zee komen te vervallen. Door die negen parken samen te voegen tot vijf grote kan in vijftien jaar tijd een kostenbesparing van 3 miljard euro worden doorgevoerd. Doordat de parken niet te ver van de kust komen kan bovendien nog eens 1,2 miljard euro worden bespaard.
De windmolens komen grotendeels op minimaal 22 kilometer van de kust te staan. Twee gebieden voor de kust van Zuid- en Noord-Holland komen echter op zo'n 18,5 kilometer vanuit het land te liggen. De parken zijn daarmee zichtbaar vanaf de kustlijn. Kamp heeft aangegeven bereid te zijn met de kustgemeenten in gesprek te gaan die bezwaren hebben tegen de komst van de windparken.
Ook gaat de minister om tafel met de bedrijven die al een vergunning toegezegd hadden gekregen voor de aanleg van de negen kleine parken. "Een vergunning is geen subsidietoezegging, maar toch ga ik met ze in gesprek over een schadevergoeding. Een aantal bedrijven heeft aangegeven dat er kosten zijn gemaakt."
De parken moeten voor 2020 klaar zijn en wekken 3450 MW energie op. "Ze gaan daarmee vijf miljoen huishoudens van stroom voorzien. Dan hebben we de afspraken uit het energieakkoord doorgevoerd", aldus Kamp.