De Nederlandse overheid "verzaakt internationale afspraken" over de bescherming van ons erfgoed in tijden van crisis. Die conclusie trekt de Nederlandse Unesco Commissie in een advies aan de politiek.
De commissie vindt dat de bescherming van erfgoed "weinig aandacht" krijgt binnen het Nederlandse veiligheidsbeleid. Zo staan het depot van het Rijksmuseum in Lelystad of de Van Nelle Fabriek in Rotterdam, die de status heeft van Unesco Werelderfgoed, niet op de lijst van monumenten en collecties die in oorlogstijd beschermd moeten worden.
Unesco Haags Verdrag
Het ontbreekt volgens het advies aan overzicht en coördinatie om de afspraken uit het zogeheten Unesco Haags Verdrag uit 1954 goed uit te voeren. "Een belangrijk onderdeel van de werking van het Haags Verdrag is het gebruik van blauw-witte schildjes om monumenten van betekenis te markeren, die in geval van crisis zoveel mogelijk ontzien of geëvacueerd moeten worden", schrijven de erfgoedhoeders. Het register van die schildjes blijkt echter "gedateerd en onvolledig".
'Onvrede kan zich richten op erfgoed'
Volgens de commissie "wordt gewapend conflict onterecht gezien als een ver-van-ons-bed-show". De afgelopen weken is volgens de opstellers van het advies wel duidelijk geworden dat ook in vredestijd "collectieve onvrede zich op erfgoed kan richten". Ze verwijzen naar het omhalen of bekladden van standbeelden in diverse landen.
Piet Hein
Ook in Nederland werden onlangs beelden beklad, zoals dat van zeevaarder Piet Hein in Rotterdam. Actiegroep Helden van Nooit verklaarde dat te hebben gedaan omdat Hein volgens hen een moordenaar en een dief was en door zijn verovering van de Spaanse Zilvervloot in 1628 "een belangrijke wegbereider" was voor de latere slavenhandel, ook al was hij daar zelf niet bij betrokken.
Door: ANP