Het instorten van een kade in de Amsterdamse binnenstad is vermoedelijk ontstaan door overbelasting op het terrein achter de kade tijdens werkzaamheden. Ook de smalle bocht die de schepen op die plek moeten maken heeft mogelijk geleid tot schade aan het metselwerk en het opwoelen van de bodem. Dat schrijft wethouder Sharon Dijksma aan de gemeenteraad.
De kade aan de Grimburgwal stortte op 1 september in, een flink stuk verdween in het water. Twee gebouwen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) aan de kade moesten dicht, maar zijn inmiddels weer open. De UvA laat een onderzoek uitvoeren naar de precieze oorzaak van het instorten, maar vermoedelijk heeft een combinatie van factoren een rol gespeeld in het uiteindelijk bezwijken van de constructie, zo schrijft ze. "Meespeelt is dat de kade uit 1870 vrij licht ontworpen is."
Binnen de ongeveer 900 kilometers kades en oevers in Amsterdam is circa 300 kilometer in eigendom of beheer van derden. Die partijen zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhoud.
Jarenlange verwaarlozing
Tientallen kilometers kademuur in de stad verkeren in slechte staat door jarenlange verwaarlozing. Vooral in de historische binnenstad zijn er veel kwetsbare kades, die vaak meer dan honderd jaar oud zijn en nu veel zwaarder worden belast dan waar ze destijds voor ontworpen zijn. Afgelopen jaren stortten verschillende keren kademuren in of trad er verzakking op. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en het onderhoud van in totaal 600 kilometer aan kades en oevers en heeft begin vorig jaar miljoenen uitgetrokken voor het herstel.
Amsterdam denkt intussen na over andere maatregelen en in de brief noemt Dijksma ook bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het weren van zwaar vracht- en bouwverkeer "als een belangrijk instrument om kwetsbare constructies te beschermen. Later dit jaar kom ik met een voorstel voor aanscherping van het huidige beleid en start de inspraak daarop", schrijft ze.
Door: ANP