DEN HAAG (Novum) - Interne toezichthouders blijven vaak buiten schot als bestuurders er een potje van maken. Bestuurders zelf worden vaak wel aangepakt en aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.
Dat staat in een onderzoek dat minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Onderzoekers van de Erasmus School of Law (ESL) en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) keken of bestuurders en interne toezichthouders bij financieel wanbeleid aansprakelijk werden gesteld.
Daarvoor werden elf specifieke gevallen onder de loep genomen. In zes gevallen bleek dat een bestuurder formeel aansprakelijk werd gesteld voor de geleden schade.
Daarmee werd vooral een signaal afgegeven, omdat de betrokken bestuurders zelden genoeg geld hadden - het ging telkens om miljoenen euro's - om de schade te kunnen vergoeden.
De gevolgen voor de leden van de raden van toezicht of de raden van commissarissen zijn daarentegen 'zeer beperkt', concluderen de onderzoekers.
"Men verwerft gemakkelijk weer nieuwe toezichtsfuncties." Het aansprakelijk stellen van de toezichthouders levert doorgaans weinig op, omdat zij voor hun informatie sterk afhankelijk zijn van de bestuurders, aldus het onderzoek.
In alle gevallen stapten een of meer bestuurders gedwongen op. "Verschillende bestuurders zijn al hun bezit kwijtgeraakt en enkele zijn naar het buitenland vertrokken", stelt justitie.
In de vijf gevallen waarin niet werd overgegaan tot het aansprakelijk stellen van bestuurders, kwam dat doordat de organisatie aan de rand van de afgrond stond.
Alle aandacht was gericht op het vinden van nieuwe investeerders en er was geen geld voor juridische procedures. In een geval werd een schikking getroffen waarbij de wanbestuurder een 'substantieel' bedrag aan schadevergoeding betaalde.