De woningmarkt vertoont opnieuw signalen van toenemende spanning. Het Economisch Bureau van ABN AMRO wijst op het gemiddeld steeds kleiner wordende verschil tussen de vraag- en biedprijs van woningen. In de eerste Woningmarktmonitor van 2018 stellen de economen dat het verleden aantoonde dat een dergelijke ontwikkeling vaak gepaard gaat met verdere prijsstijgingen. Daardoor kan het risico ontstaan dat deze prijsstijgingen op de langere termijn te groot blijken, bijvoorbeeld als de rente weer stijgt en er meer woningen worden gebouwd. Het Economisch Bureau heeft echter geen aanwijzingen dat deze ontwikkeling zich op korte termijn aandient.
In de Randstad staan de prijzen weer op het niveau van voor de crisis of zelfs daarboven. Op veel plekken in de rest van het land is dat nog niet zo, maar ook daar neemt de krapte toe. Als gevolg wordt in Nederland 40% van de woningen op of boven de vraagprijs verkocht. Het gemiddelde verschil tussen de vraag- en biedprijs is afgenomen van 6,8% in 2013 naar 1,1% nu. Philip Bokeloh, econoom bij ABN AMRO: “Er is een groot tekort aan geschikte woningen. Door het gebrek aan nieuwbouw blijft dit nog wel even voortduren. Verkopers verzilveren hun sterke marktmacht en vragen steeds hogere prijzen. Onder woningzoekers bestaat momenteel grote concurrentie. Om succesvol te zijn, moeten ze dus meer geld bieden.”
Waakzaamheid geboden
Ondanks de toenemende spanning benadrukt Bokeloh dat er van paniek geen sprake mag zijn. Bokeloh: “In de meeste woningmarktgebieden is het prijspeil nog in de buurt van het structurele niveau. In de gebieden waar dat niet zo is, kan een prijscorrectie nog lang op zich laten wachten. Wel is waakzaamheid geboden. Nu een woning tegen een wellicht te hoge prijs kopen, kan het moeilijker maken om het huis in de toekomst voor minimaal hetzelfde bedrag weer te verkopen. Dat kan zich voordoen als de woningvoorraad toeneemt en kopers meer keuze hebben. Een groter aanbod drukt de prijzen. Een ander punt van aandacht is de rente. Als die in de toekomst stijgt, kan het voor starters nog lastiger worden om een huis te kopen. Bij gebrek aan nieuwe kopers op de woningmarkt, kunnen de prijzen onder druk komen.”
Prijsramingen naar boven bijgesteld
Het Economisch Bureau verwacht dat de woningmarkt de komende tijd nog krapper wordt. De economen stellen daarom hun prijsramingen voor 2018 met één procentpunt naar boven bij. De verwachte prijsstijging komt daarmee uit op 6%. Dat is minder hard dan in 2017. De economen schatten dat de uiteindelijke prijstoename vorig jaar 7,5% bedroeg.
Aantal verkopen neemt komende jaren flink af
Omdat het woningaanbod steeds verder afneemt, daalt in bepaalde regio’s (zoals de Randstad) inmiddels ook het aantal transacties. Het Economisch Bureau verwacht dat deze trend de komende jaren doorzet en dat het aantal transacties in Nederland met 5% zal dalen in 2018. Het afgelopen jaar was er juist sprake van een stijging. Binnenkort volgen de definitieve verkoopcijfers over afgelopen jaar, maar de economen van ABN AMRO rekenen er op dat in 2017 13,5% meer woningen van eigenaar wisselden. Dit is een kleine neerwaartse bijstelling, want eerder ging het Economisch Bureau nog uit van 15% stijging. Door de verwachte verkoopdaling zal het record van 244.000 transacties in 2017 de komende jaren buiten beeld blijven.
(Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt door ABN-AMRO)