Normal_rss_entry-314786

De huizenprijzen lagen in het tweede kwartaal van het jaar bijna een vijfde hoger dan in het tweede kwartaal van 2020. Dat meldt makelaarsvereniging NVM, die nog nooit zo'n grote stijging registreerde sinds ze de huizenprijzen bijhoudt. Dat doet de NVM sinds 1995. De gemiddelde bestaande woning was in het tweede kwartaal 410.000 euro waard. De gemiddelde nieuwbouwwoning kostte 450.000 euro.

De sterke stijging is het gevolg van een kleiner woningaanbod. Halverwege mei stonden er 15.500 woningen te koop, meer dan de helft minder dan een jaar eerder. Daardoor werden er ook 12 procent minder bestaande koopwoningen verkocht dan een jaar eerder en wordt er opnieuw vaker meer geboden dan de vraagprijs. Op driekwart van de woningen werd afgelopen periode overboden. In de eerste drie maanden van dit jaar gebeurde dat nog bij twee op de drie woningen.

Als een woning op de markt komt staat die nu gemiddeld 24 dagen te koop. Dat is de kortste periode die de NVM ooit heeft gemeten. NVM-voorzitter Onno Hoes signaleert dan ook dat het "gekte alom" is op de woningmarkt en dat veel mensen daardoor teleurgesteld achterblijven. Hij roept lokale en provinciale overheden en de rijksoverheid opnieuw op "om de regie op de vastgoedmarkt te pakken en niet meer los te laten. Dan groeien we hopelijk de komende jaren weer door naar een stabiele markt".

De NVM is ook verbolgen over de recente kritiek op makelaars, onder meer van Vereniging Eigen Huis. Die stelde een meldpunt voor misstanden open en verwijt de makelaarsvereniging dat mensen misgrijpen. Voorzitter van de NVM vakgroep Wonen Lana Gerssen zegt dat voor iedere verkochte woning "een veelvoud van teleurgestelde en gefrustreerde bieders" achterblijft. "Die frustratie richt zich dan al gauw op de makelaar." Ook Hoes denkt dat als de gekte over is "makelaars de erkenning krijgen die bij hun vakmanschap past".

Door: ANP