Op de woningmarkt wordt voor het eerst sinds mei 2020 meer onder de vraagprijs geboden dan erboven. Dat constateert Makelaarsland, een van de grootste makelaarskantoren van Nederland. Het percentage biedingen onder de vraagprijs is in twee maanden zelfs verdubbeld. Het makelaarskantoor spreekt van "het volgende signaal van de veranderende woningmarkt".
Bij 45,9 procent van de biedingen werd er onder de vraagprijs geboden, tegenover 45,6 procent biedingen boven de vraagprijs. Hoewel het verschil minimaal is, noemt Makelaarsland het toch opvallend. "In het eerste kwartaal van dit jaar werd er nog in ruim zeventig procent van de gevallen overboden", zegt directeur Gijs van Wijgerden.
"De woningmarkt is sinds begin dit jaar aan het kantelen. Die ontwikkeling zet nu hard door. Door economische onzekerheid en ontwikkelingen als de gestegen hypotheekrente is er een blijvende mate van voorzichtigheid in de markt geslopen", aldus Van Wijgerden.
Grote steden
In de vier grote steden wordt er nog veel overboden. In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht bieden kopers over heel 2022 in 78,4 procent van de gevallen boven de vraagprijs. In de rest van Nederland is dat 71 procent.
Ook staan huizen iets langer te koop dan een jaar eerder. Volgens Makelaarsland staat een huis nu gemiddeld 44 dagen te koop, 4 dagen langer dan in dezelfde periode vorig jaar. Woningen worden bovendien gemiddeld minder vaak bezichtigd. Van Wijgerden: "Vorig jaar werd een woning gemiddeld 13,3 keer bezichtigd, dit jaar ligt dat cijfer vooralsnog op 9,6".
Door: ANP