Normal_rss_entry-280063

Ondanks de coronacrisis blijven de huizenprijzen dit jaar onverminderd stijgen. Groningen maakte het afgelopen jaar de grootste prijsontwikkeling door. Daar stegen de prijzen van woningen met 11,6 procent vergeleken met een jaar eerder. Daarmee is "de gekte op de huizenmarkt" volgens woningmarktdienstverlener Calcasa groter in Groningen dan in Amsterdam. Daar was een huis aan het eind van het derde kwartaal gemiddeld 5,7 procent duurder dan het jaar ervoor.

Van alle gemeenten met meer dan 5000 koopwoningen stegen de prijzen in Amsterdam dit jaar zelfs het minst. In de provincies Flevoland en Noord-Brabant stegen de prijzen juist hard. In Noord-Holland, tijdenlang aanvoerder van de grote stijgers, gingen de woningprijzen het afgelopen kwartaal daarentegen het minst hard omhoog, met 7,9 procent.

"Er is op de woningmarkt dus een belangrijke verandering in de regionale verdeling gaande", concludeert Calcasa. "Daar waar het in het verleden vooral de grote steden in de Randstad waren die de grootste prijsstijgingen lieten zien, zijn dat nu de meer provinciale steden en rurale gebieden."

Extra leef- en buitenruimte

Volgens Calcasa zorgden de enorme prijsstijgingen die in de grote steden sinds 2013 gaande zijn ervoor dat de steden nu voor veel mensen onbetaalbaar zijn geworden. Een andere woonwens kan ook een verklaring zijn van de verschuiving van de stijging van huizenprijzen. Zo hechten woningzoekenden door de coronacrisis meer waarde aan extra leefruimte en een buitenruimte, en zitten mensen door het thuiswerken minder vaak vast aan een reis naar kantoor. Daarbij is er nog steeds een tekort aan aangeboden woningen in grote steden. Potentiële kopers zijn daardoor ook genoodzaakt om buiten de stad te kijken, aldus Calcasa.

Door: ANP