Nederland heeft van alle landen de afgelopen twee jaar de grootste stappen gezet wat betreft het gebruik van hernieuwbare energie. Dat stelt klimaatdenktank Ember in een rapport. Nederland schakelde tussen 2019 en 2021 voor ongeveer een tiende van zijn totale energieverbruik over van fossiele brandstoffen naar zonne- en windenergie. Ook Australië en Vietnam wisten hun verbruik snel te vergroenen.
Het aandeel fossiele brandstoffen op het totale energieverbruik van Nederland daalde van 78 procent naar 63 procent. Tegelijk steeg het aandeel van hernieuwbare energie van 14 procent naar 25 procent. Daarmee loopt Nederland wel achter op andere Europese landen zoals Griekenland, Duitsland, Spanje en Denemarken. Meer dan de helft van de energie die Denemarken gebruikt is hernieuwbaar, waarvan het overgrote deel met windmolens wordt opgewekt.
De wereldwijde economie herstelde vorig jaar van de coronacrisis en daardoor nam de vraag naar elektriciteit snel toe. Door de hoge olie- en gasprijzen gingen landen meer steenkool gebruiken. Mede daardoor bereikte de uitstoot van CO2 vorig jaar een recordhoogte.
1,5 graad opwarming
Toch kunnen zonne- en windenergie volgens klimaatdenktank Ember voldoende groeien om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Dan moet het gebruik ervan tot 2030 wereldwijd elk jaar met zeker 20 procent groeien. De toename moet nog wel versnellen want vorig jaar werd een groei van 17 procent gehaald. Het was de eerste keer dat hernieuwbare energie wereldwijd goed was voor 10 procent van de totale opwekking van elektriciteit.
VN-klimaatpanel IPCC meldde vorig jaar dat de aarde in de komende twee decennia met 1,5 graad kan opwarmen als drastische maatregelen uitblijven om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. De auteurs van het rapport concludeerden dat de mensheid ontegenzeggelijk verantwoordelijkheid draagt voor het opwarmen van de aarde.
Door: ANP