Van de bijna 8 miljoen woningen in Nederland op 1 januari 2021, was 42 procent een rijtjeshuis, dat wil zeggen deel van een blok van tenminste drie huizen. 36 procent van alle woningen was een meergezinswoning, zoals een appartement of een boven- of benedenwoning. 13 procent van de woningen was vrijstaand en 9 procent was twee-onder-een-kap. Dit meldt het CBS.
19 procent (1,5 miljoen) van de huidige woningen is nog vooroorlogs. Rijtjeshuizen vormen 30 procent van de vooroorlogse voorraad, een veel kleiner aandeel dus dan van de hele tegenwoordige voorraad. Een op de vijf van de nog bestaande vooroorlogse woningen is vrijstaand, veel meer dus dan het aandeel van de volledige woningvoorraad (bijna een op de acht). Het percentage meergezinswoningen van de voorraad uit die tijd is met 39 procent iets hoger dan de genoemde 36 procent meergezinswoningen in de totale huidige voorraad. De meergezinswoningen van voor de oorlog hebben wel een ander karakter: het zijn voornamelijk boven- en benedenwoningen.
Rijtjeshuis erfenis uit de jaren zestig, zeventig en tachtig
Dat het rijtjeshuis momenteel domineert, heeft te maken met ontwikkelingen tussen 1945 en 2005. In de huidige woningvoorraad met deze bouwjaarklasse is het rijtjeshuis het best vertegenwoordigd. Vooral in de periode 1965-1985 zijn er zeer veel rijtjeshuizen opgeleverd die nog altijd bestaan. Meer dan de helft van de woningen uit de overgebleven voorraad uit deze periode is een rijtjeshuis. Het is bovendien het tijdperk waarin de meeste woningen van de huidige voorraad zijn gebouwd.
Het aandeel meergezinswoningen uit de periode 1965-1985 is het kleinst van alle bouwjaarklassen. Bij de nieuwere woningen is het aandeel groter, en bij de nieuwste woningen (bouwjaar 2005-2021) hebben meergezinswoningen met 47 procent de overhand. Het aandeel vrijstaande woningen en twee-onder-kap-woningen is in de voorraad met bouwjaar 1965-1985 ook klein (9,5 respectievelijk 6,7 procent). Bij woningen gebouwd in 2005 en later is dit aandeel nog kleiner.
Door: Nationale Bouwgids