De prestatieafspraken tussen het Rijk en de provincies over de woningbouwopgave zijn niet realistisch. Dat oordeelt de branchevereniging voor bouwontwikkelaars WoningBouwersNL. Volgens de organisatie maakt vooral de lijst aan randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden het lastig om de afspraken te laten slagen. Daarmee is het niet realistisch om te zeggen dat er nu al genoeg werk ligt om de sector de komende tien jaar aan de slag te houden, zo klinkt het.
De provincies schaarden zich eerder grotendeels achter de kabinetsplannen om tot en met 2030 meer dan 900.000 woningen te bouwen. De afspraken die het kabinet nu maakt met de provincies moeten in december dit jaar verder worden uitgewerkt tot zogeheten 'regionale woondeals'. Daarin staat onder meer welke bouwlocaties verder worden ontwikkeld.
Plannen nooit had te maken
Volgens WoningbouwersNL zijn er een hoop zaken die ervoor zorgen dat de afspraken nooit hard te maken zijn. "Provincies schermen met een enorme planvoorraad, maar in een groot deel van de plannen is nog niet eens begonnen met de onderzoeken die nodig zijn om ooit tot een voldragen bestemmingsplan te komen", aldus Coen van Rooyen, algemeen directeur van WoningBouwersNL. "Vervolgens komen er wensenlijstjes op tafel die eerst moeten worden ingevuld, wil de toegezegde capaciteit ook echt tot uitvoering worden gebracht."
Verder kijken
De ontwikkelaars wijzen onder andere op het ambtenarentekort, de stikstofproblemen en het regelen van de miljardenbijdrage van het Rijk voor infrastructuur die de plannen vertragen. "Op papier is het makkelijk om te zeggen dat je een belofte waar gaat maken op de voorwaarde dat we die zaken geregeld hebben", aldus Van Rooyen. "De realiteit is echter dat we die problemen allemaal niet van vandaag op morgen hebben opgelost." De branchevereniging dringt er op aan om verder te kijken dan alleen de locaties die toch al op de bureaus van ambtenaren lagen. Bouwend Nederland vroeg zich eerder al af hoe realistisch de plannen zijn.
Door: ANP